Het aantal windmolens en het aantal zeearenden neemt toe in Nederland. Dat is goed nieuws! Hoewel windmolens een relatief kleine oorzaak zijn van vogelsterfte, vormen zij een groter risico voor grote roofvogels zoals de zeearend. Helaas is er recent een zeearend in aanvaring met een windmolen gekomen. Dit gebeurde in Zeewolde. Onder andere Vroege Vogels en Eenvandaag hebben hier aandacht aan besteed.

Natuurlijk balen ook wij ervan als vogels door windmolens gewond raken of zelfs dood gaan. De windsector wil samen met de overheid en natuurorganisaties bekijken hoe de risico’s hierop verminderd kunnen worden, daarom werken en betalen NWEA-leden mee aan een pilot waarbij één van de rotorbladen van de windmolen deels zwart wordt geverfd. In een project in Noorwegen zijn daar goede resultaten mee gehaald. Via deze pilot onderzoeken de overheid en de windsector of deze maatregel ook in Nederland slachtoffers kan voorkomen. Ook wordt gekeken of een zwarte wiek niet tot technische problemen leidt en hoe de omgeving reageert op deze verandering want door de zwarte wiek vallen de turbines ook voor omwonenden meer op.

Verder kunnen detectiesystemen soms een oplossing zijn. Deze zorgen ervoor dat molens stoppen met draaien als grote vogels in de buurt zijn. Windpark Krammer heeft enkele molens hiermee uitgerust. Detectiesystemen en de gerichte stilstand die daarmee gepaard gaat kosten geld en verminderen de energie-opbrengst van de turbines. Het leefgebied van de zeearenden verandert bovendien continu. Het is daarom belangrijk om goed af te wegen of en wanneer dit kan worden toegepast. De sector is bereid om samen met andere partijen te kijken wat de mogelijkheden zijn.