In het najaar komt er vanuit het Rijk een regeling die provincies kunnen gebruiken om windparken financieel te ondersteun bij het neerzetten van een naderingsdetectiesysteem. Dit schrijft demissionair minister Rob Jetten van Klimaat en Energie in antwoorden op Kamervragen van de leden Bontenbal en Krul (CDA). Zo’n naderingssysteem registreert of er vliegtuigen in de buurt zijn, zodat de rode knipperende lampen – die door de omgeving vaak als hinderlijk ervaren worden – uit kunnen als er geen vliegtuig in de buurt is.
Jan Vos, voorzitter van NWEA reageert positief: “Wij willen dit al heel lang en is goed om te lezen dat verschillende provincies er nu serieus werk van gaan maken.”
Niet alle provincies
De minister schrijft dat provincies niet verplicht mee hoeven te doen en dat er ook niet in alle provincies aandacht is voor dit onderwerp, vooral de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Gelderland en Flevoland zijn hier momenteel mee bezig. De provincie Groningen loopt al voor op de rest en subsidieert sinds eind juni al 40 procent van de aanschaf- en installatiekosten van een naderingsdetectiesysteem.
Een oplossing
De rode knipperende lampen (ook wel obstakelverlichting) is verplicht bij windturbines van 150 meter en hoger. Al langere tijd zorgen deze knipperende lampen voor overlast bij omwonenden en daarom is de windsector samen met het Rijk en de provincies op zoek gegaan naar alternatieven. Vos: “Samen kwamen we al snel tot de conclusie dat als de verlichting alleen bedoeld is als waarschuwing voor vliegverkeer, ze ook alleen aan hoeven als er een vliegtuig in de buurt is. Daar kan een vliegtuignaderingssysteem bij helpen.” NWEA, de provincies en het Rijk zijn samen overeengekomen dat exploitanten 60 procent van de kosten dragen en het Rijk en de provincie ieder 20 procent. Het Rijk betaalt de provincies en de provincies betalen vervolgens de exploitant.
Provincies bepalen zelf
Demissionair minister Jetten verwacht aankomende herfst de specifieke uitkering op te kunnen stellen voor provincies. De provincies bepalen dan zelf of en hoe wordt omgegaan met het onderwerp er is dus volgens Jetten ook geen eenduidige realisatiedatum vast te stellen per provincie. Deze regeling geldt ook alleen voor bestaande windparken, omdat voor nieuwe windparken de SDE++-regeling is aangepast om de kosten gedeeltelijk publiek te maken.
Vos: “Wij roepen onze leden op dit toe te passen waar dit nuttig en nodig is en natuurlijk vragen we de provincies om hier samen met de windparken in op te trekken en gebruik te maken van deze regeling.”