Ieder jaar geeft het ministerie van economische zaken en klimaat aan het planbureau voor de leefomgeving (PBL) de opdracht om de kosten van het ontwikkelen van diverse duurzame energieprojecten te berekenen. Aan de hand van deze kosten worden door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat vervolgens basisbedragen vastgesteld voor de SDE++ subsidies het daaropvolgende jaar. In dit artikel kijken we naar hoe deze berekening eruitziet voor wind op land en wat dit betekent voor de opbrengsten van een investeerder in een windpark.
Uitgangspunten
Voor het opstellen van de business case om de kosten van een nieuw te bouwen windpark uit te rekenen gaat het PBL in 2021 uit van de volgende uitgangspunten:
- Projectfinanciering
- Opgesteld vermogen referentiepark 50 MW
- Investeringskosten 1.150 € / kW
- Grondkosten 0,23 €ct/kWh
- Vaste O&M kosten 13,1 € / kW / jaar
- Variabele O&M kosten 0,0093 € / kWh
- Inflatie 1,5% per jaar
Voor de financiering hiervan gaat PBL uit van de volgende verhoudingen en rentes:
- 80% vreemd vermogen (rente =1,0%)
- 20% eigen vermogen (Rendement op eigen vermogen (ROE) =11%)
Kostencomponenten
Om deze verschillende kosten te bepalen kijkt het PBL naar verschillende kostencomponenten:
Kosten | Groep | Kostencomponent |
Meegewogen kosten | Investeringskosten | Windturbine (inclusief transport en installatie) |
Fundering (inclusief heipalen) | ||
Elektrische infrastructuur in het park | ||
Netaansluiting | ||
Civiele infrastructuur | ||
Bouwrente | ||
CAR-verzekering tijdens de bouw | ||
Verwijderingskosten | ||
Variabele operationele kosten | Grondkosten | |
Garantie- en onderhoudscontracten | ||
Vaste operationele kosten | Garantie- en onderhoudscontracten | |
Verzekeringen: WA, machinebreuk, stilstand | ||
Netinstandhoudingskosten | ||
Eigenverbruik | ||
OZB | ||
Beheer | ||
Land- en wegenonderhoud |
Bron: PBL EINDADVIES BASISBEDRAGEN SDE++ 2021, tabel 6-2 p. 67
Van al deze kostencomponenten maakt het PBL een jaarlijkse inschatting. Deze legt zij ter controle aan NWEA voor, waarna wij mogen reageren. Uiteindelijk beslist het PBL over het al dan niet overnemen van ons commentaar.
Een aantal kostenposten mag PBL niet meenemen in haar berekening van het ministerie van Economische zaken en klimaat, die moeten van het ministerie betaald worden uit het rendement op eigen vermogen van de ontwikkelaar:
Kosten | Groep | Kostencomponent |
Niet meegewogen kosten | Project specifieke kosten | Gebiedsgebonden bijdrage |
Afdrachten (niet bij wet geregeld) aan decentrale overheden | ||
Keuzes ontwikkelaar | Participatiekosten | |
Ontwikkelingskosten | Kosten voorbereidingstraject, inclusief financieringskosten en kosten ten gevolge van juridische procedures |
Bron: PBL EINDADVIES BASISBEDRAGEN SDE++ 2021, tabel 6-2 p. 67
Rendement Op Eigen vermogen (ROE) voor windprojecten
De ROE wordt berekend door over de looptijd van een project de opbrengsten te delen door de investering die een bedrijf gedaan heeft. Bijvoorbeeld: een bedrijf verdient over de looptijd van een project 0,5 miljoen euro, en heeft daarvoor 5 miljoen euro geïnvesteerd. Dan is de ROE voor dit project 0,5 miljoen/5,0 miljoen= 10% Let wel, dit is slechts op projectniveau, uit deze opbrengsten moet het bedrijf draaiende worden gehouden en bijvoorbeeld nieuwe projecten worden ontwikkeld.
Impact niet meegenomen kosten op daadwerkelijke ROE
Om te zien wat de impact is van deze niet meegenomen kosten op de daadwerkelijke ROE hebben wij met onze leden een realistisch voorbeeld uitgewerkt waaruit blijkt dat de ROE slechts op 5,8% ligt.
We beginnen met de constatering dat het PBL rekent met een ROE op het eigen vermogen van 11%. Daarnaast gaan we uit van de volgende andere kostencomponenten die de ontwikkelaar moet betalen uit zijn ROE op eigen vermogen:
Items | Gemiddelde |
Voorfinanciering bouwperiode | 1 jaar |
Devex gerealiseerd park | €3 mln (Ecofys kostprijsanalyse) |
Devex niet gerealiseerde parken | €1 mln |
Financieringskosten | 1,0% |
Bouwrente | 1,6% |
NWEA gedragscode | € 0,50/MWh |
DSRA (6 maanden) | 6 mnd |
Renteverhoging na 9 jr (SWAP) | 0,5% |
Als we de deze bedragen omrekenen naar percentages van de investering die uit de opbrengsten uit het eigen vermogen moeten komen, zien we dat de ROE daalt van de door het PBL gehanteerde 11% naar 5,8%
Dit betekent dat de marges in de wind op land sector dun zijn. De ROE is namelijk niet hetzelfde als de winst die gemaakt wordt, maar laat slechts zien wat de opbrengsten zijn van een enkel geslaagd windproject.