In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over procesparticipatie en financiële participatie bij wind- en zonne-energie op land (>15kW). Het achterliggende doel hiervan is om betrokkenheid van de omgeving bij en de acceptatie van duurzame energieprojecten te verbeteren. Er is specifiek afgesproken dat er wordt gestreefd naar 50% eigendom van de lokale omgeving bij de productie van wind- en zonne-energie op land in 2030, om de lusten en lasten van de energietransitie eerlijk te verdelen en het lokaal zeggenschap te vergroten. De participatiemonitor wordt jaarlijks uitgebracht om de voortgang in kaart te brengen.

Projecten in de pijplijn waarbij de omgeving meeprofiteert

NVDE, Holland Solar, NWEA en Energie Samen zien dat het klimaatakkoord resultaten oplevert in de praktijk. De brancheverenigingen zien veel mooie samenwerkingen en voorbeelden in de duurzame energiesector, onder andere tussen projectontwikkelaars en energiecoöperaties. Veel van deze projecten zijn nog niet gebouwd en zijn daarom nog niet zichtbaar in de participatiemonitor 2021, maar zitten wel in de pijplijn. Dat blijkt uit een inventarisatie onder hun leden en wordt ook erkend door Minister Jetten in de Kamerbrief over de monitor.

Wind- en zonneprojecten worden steeds vaker samen met energiecoöperaties opgezet. De afgelopen jaren zijn er tientallen projecten gestart waarin een vorm van lokaal eigendom voorkomt. Vaak gaat het om een samenwerking tussen een ontwikkelaar en een lokale coöperatie, maar er komen ook andere samenwerkingsverbanden voor.

Mooie voorbeelden van projecten die in de komende jaren gebouwd gaan worden zijn:

Windpark Beuningen: samenwerking tussen Eneco, Falck Renewables en een lokale coöperatie (50%).

Windpark Elzenburg – De Geer, samenwerking tussen Pure Energie en lokale coöperatie (50%)

Zonnepark Koudekerke II: samenwerking tussen cooperatie Zeeuwind (50%) en een lokale cooperatie (50%)

Zonnepark Bijvanck: Samenwerking met Pure Energie en een Energie cooperatie (50%)

Onder ander door het streven naar lokaal eigendom, groeit de coöperatieve sector en de mate waarin inkomsten vanuit wind- en zonne-energie bij de lokale omgeving terechtkomt. Uit de lokale energiemonitor 2021 bleek dat Nederland in 2021 totaal 667 energiecoöperaties kent (dit waren er 587 in 2019). De coöperaties hebben nu in totaal ongeveer 112.000 leden en/of deelnemers aan projecten, dat is een groei van 15%. De stijging van vorig jaar betekent dat het aantal leden van energiecoöperaties in vijf jaar meer dan verdubbeld is. Er zijn nu 927 collectieve zonprojecten, opgeteld 217 MW. Coöperaties hebben samen nu 296 MW windvermogen op land gerealiseerd, waarvan 77 MW in 2021. Daarmee is de hoeveelheid collectieve wind op land 5,8% van het totaal. Dit levert rond de 974 miljoen kWh op, vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van 315.00 huishoudens.

Niet overal hetzelfde aanbod
In de Kamerbrief wordt een duidelijke relatie gelegd tussen procesparticipatie en de manier waarop financiële participatie wordt vormgegeven. De duurzame energiesector onderstreept deze conclusie.  Tijdens het participatieproces, waarin ook het ontwerp / de inrichting van het project aan bod komt, inventariseert een ontwikkelaar en/of energiecoöperatie in dialoog met de omgeving wat de wensen/behoeften zijn om financieel te participeren en vervolgens wordt op basis daarvan een aanbod gedaan: aandeelhouderschap, obligaties / crowdfunding, een omwonende regeling, omgevingsfonds of een mix van deze opties, in balans met de economische uitvoerbaarheid van een project. In verschillende gebieden en verschillende gemeenten in Nederland bestaan verschillende behoeften en middelen om financieel te participeren in een project. Dit kan overal anders zijn, maatwerk is essentieel.

Meer kwalitatieve duiding in de volgende participatiemonitor

Het is in de praktijk heel lastig om procesparticipatie goed in kaart te brengen. Elk proces is anders en elke partij zal ook anders aankijken tegen het gevoerde proces. Toch is het heel belangrijk dat we een beter beeld krijgen van de manier waarop projecten worden vormgegeven. Dit jaar is er, in tegenstelling tot vorig jaar, geen aanvullend kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkeling van procesparticipatie. NVDE, Holland Solar, NWEA en Energie Samen pleiten ervoor om kwalitatieve analyse een vast onderdeel te laten zijn van de participatiemonitor en breder te trekken dan alleen financiële participatie, dus meer richten op participatie in het algemeen met financiële participatie als onderdeel hiervan. Zo kan de overheid meer inzicht krijgen over verschillende indicatoren voor hoe participatie in projecten verloopt, bijvoorbeeld:

  • hoe tevreden inwoners zijn over de manier waarop zij informatie ontvangen over projecten
  • de manier waarop hun belangen in kaart zijn gebracht
  • in hoeverre dit tot aanpassingen heeft geleid in het ontwerp
  • hoe inwoners de manier beoordelen waarop hun behoeften in kaart zijn gebracht om financieel te participeren in het project
  • hoe beoordelen inwoners het uiteindelijke aanbod dat zij hebben gekregenom financieel te participeren in het project
  • de mate waarin zij (financieel) meeprofiteren van het project

Commitment vanuit de sector

Er is wil en commitment vanuit de sector, dat blijkt onder andere uit gedragscode wind op land die mede vanuit NWEA is opgesteld en de gedragscode zon op land van Holland Solar, die specifiek op het onderdeel participatie zal worden uitgebreid. Hiermee laten Holland Solar en NWEA zien met welke inzet hun leden invulling kunnen geven aan de Gedragscodes.