Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Om hiertoe te komen zet het kabinet in op een reductie van 60 procent in 2030. Deze week adviseerden ambtenaren in een interdepartementaal onderzoek (IBO) hun advies ‘Scherpe doelen, scherpe keuzes’, waarin voorzitter Laura van Geest benadrukt dat de realisatie van klimaatdoelen geen sinecure is. “Scherpe doelen vragen scherpe keuzes. No pain, no gain. Aan de politiek de uitdaging draagvlak te creëren en een weg te banen.”
Als het gaat om windenergie worden in het IBO een aantal punten uitgelicht.
Wind en zon zijn dominant bij elektriciteitsproductie
De opstellers van het advies benadrukken dat de elektriciteitsproductie de komende jaren wordt gedomineerd door opwekking uit wind en zon, aangevuld door kernenergie en duurzaam regelbaar vermogen. “Er zal aan de productiezijde veel meer duurzame stroom moeten worden geproduceerd dan momenteel het geval is, waarbij richting 2050 een verdubbeling á verdriedubbeling van de huidige vraag te verwachten is. In 2030 wordt circa driekwart van de elektriciteitsvoorziening uit hernieuwbare bron opgewekt. Zon, wind en kernenergie zullen de basis van dit energiesysteem vormen, waarbij zij wanneer de zon schijnt én het waait vrijwel de volledige elektriciteitsvoorziening voor hun rekening kunnen nemen.”
Een emissievrije oplossing voor regelbaar vermogen
“Wanneer de zon niet schijnt of het niet waait, zal duurzame en snel inzetbare elektriciteit een deel van de elektriciteitsopwekking moeten overnemen. Hierbij moet zowel een oplossing worden gevonden voor korte perioden, als voor wanneer de zon en wind zich dagen, weken of langer niet laten zien.” In het eerste geval bieden volgens de ambtenaren batterijen een oplossing en in het tweede de toepassing van waterstof. Afvang en opvang van CO2 direct bij regelbare gasinstallaties ligt volgens de ambtenaren minder voor de hand, vanwege de hoge kosten.
NWEA benadrukt dat ook Demand Side Response een antwoord kan zijn op een meer flexibele vraag. iDSR (i voor industrie) is een oplossing die is ontwikkeld om de vraag op een specifiek tijdstip en voor een specifieke duur te verminderen of te verschuiven. En dan heb je nog de overdimensionering van wind en zon. Zo kun je een groot deel van de tijd de basisbehoefte voor een groot deel afdekken. Volledige dunkelflautes (periodes waarin weinig tot geen energie kan worden opgewekt door middel van wind en zon) zijn zeldzaam en vragen dus ook om echt zeldzame maatregelen.
Verzwaren elektriciteitsnet enorme opgave
Netcongestie is volgens de ambtenaren een belangrijk aandachtspunt. Verregaande aanpassingen aan het elektriciteitsnet zijn van belang voor alle sectoren. Er moet ingezet worden op het oplossen van knelpunten in de planning en bouw van nieuwe infrastructuur. Het Landelijk actieprogramma netcongestie biedt hier volgens van Geest een goede basis voor. Maar er is meer nodig. “Goed inregelen van de infrastructuur vereist ook sterke politieke inzet bij het aansluiten bij de ruimtelijke ordening van Nederland en aanpakken van de stikstofproblematiek. Daarnaast moet ook regelgeving worden aangepast, zodat stoomproducten en –afnemers alleen recht hebben op een netaansluiting wanneer deze past bij de beschikbare capaciteit en inrichting.”
Ons elektriciteitsnet moet verzwaard worden en de ruimtelijke inpassing van stroomproducenten en -afnemers moet anders worden ingericht. Concreet betekent dit:
- De gemiddelde capaciteit van ons elektriciteitsnet moet worden verhoogd om te voldoen aan de sterk stijgende vraag naar elektriciteit.
- De algemene configuratie van ons elektriciteitsnet zal moeten worden aangepast, omdat de opwek van elektriciteit uit zon en wind veel sterker locatiegebonden is dan fossiele opwek.
- De connecties tussen verschillende delen van het elektriciteitsnet van ons en van onze buren zal versterkt moeten worden om lokale fluctuaties in de elektriciteitsproductie door het weer op te vangen.
Extra uitrol voor wind en zon op land
Een vergroting van het aanbod van CO2-vrije elektriciteit zorgt ervoor dat minder fossiele energie nodig is. De ambtenaren benadrukken dat voor ‘simpele’ hernieuwbare energie zoals zon en wind op land waar mogelijk extra uitrol kan worden gefaciliteerd. Ook beleid op complexere energievormen die buiten de elektriciteitssector vallen kan echter bijdragen, mits hier gericht beleid voor wordt ontworpen.
Circulaire strategieën
De opstellers benadrukken dat het belangrijk is om het klimaatbeleid zoveel mogelijk op circulaire wijze uit te voeren door in iedere sector gebruik te maken van circulaire strategieën zoals circulair ontwerp en het stellen van circulaire randvoorwaarden. “Het klimaatbeleid doet een aanzienlijk beroep op grondstoffen, zo ook het gebruik van kritieke metalen in windmolens. Door het klimaatbeleid zoveel mogelijk op circulaire wijze uit te voeren, kunnen beide transities elkaar versterken.” Circulair ontwerp kan bijvoorbeeld in aanbestedingen van Wind op Zee, bijdragen aan de leveringszekerheid van kritieke metalen voor de energietransitie.
Tempo houden
Dit pakket verbetert beleidsprikkels om extra reductie te realiseren, maar het doelbereik blijft deels onzeker. Voor alle sectoren is de reductie afhankelijk van de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel. Daarnaast zijn in het bijzonder de industrie en elektriciteitssector afhankelijk van de tijdige doorgang van grote projecten. Zo kan het afronden van de bouw van een windpark in 2030 of pas in 2031 bepalend zijn of de doelstelling voor 2030 wordt gehaald. Het is daarom volgens van Geest nodig om zo snel mogelijk nieuw beleid vast te stellen en nieuw en bestaand beleid uit te voeren.
De ambtenaren benadrukken dat het belangrijk is bestaand beleid met tempo uit te voeren, nieuw beleid vlot te concretiseren en voortdurend rekening te houden met belangrijke randvoorwaarden.
Het kabinet neemt dit voorjaar een integraal besluit over aanvullende klimaatmaatregelen, waarbij – volgens minister Jetten – gekeken wordt naar normering, beprijzing en subsidiëring. De resultaten van dit IBO worden hierin meegenomen.