Aan het einde van dit jaar worden de successen van de routekaart wind op zee gepresenteerd. De windsector heeft de afgelopen jaren de energietransitie vooruitgeduwd. En met succes. Dit was niet mogelijk geweest als de overheid de ontwikkeling van windenergie in 2013 niet had omarmd, als er geen plan was geweest en geen doelstellingen uitgewerkt in een routekaart.
Dankzij duidelijke doelen, de juiste ondersteuning vanuit de overheid en een windsector die uitdagingen durft aan te gaan hebben we er in Nederland voor gezorgd dat we dichter bij de klimaatdoelstellingen komen en minder afhankelijk worden van fossiel en het buitenland. We hebben regie over het aanbod, maar of de vraag naar elektriciteit op tijd meestijgt blijft onzeker. De sleutel hiervoor ligt bij de industrie.
De Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) pleit dan ook voor het gelijk op laten lopen van de uitrol van windenergie en de elektrificatie van de industrie.
Het belang van elektrificatie van de industrie
Als grootverbruiker van energie is de Nederlandse industrie een grote speler in de energietransitie. Ruim 40 procent van het totale energieverbruik in ons land kwam in 2021 op conto van de sector en is voor het grootste deel nog fossiel. Fossiele energie was decennialang relatief goedkoop, is goed op te slaan en gemakkelijk aan te leveren. Dit zijn allemaal elementen die leveringszekerheid bieden en die is belangrijk voor de industrie. Inmiddels weten we allemaal dat fossiel ook schadelijke broeikasgassen uitstoot en dat we voor een echt duurzaam energiesysteem de industrie moeten durven te elektrificeren. Dit betekent dat we fossiele energiebronnen moeten vervangen door duurzame energiebronnen. Wind en zon, in plaats van olie, kolen en gas. Als dat lukt is de duurzame impact gigantisch: een CO2-reductie van meerdere megatonnen.
De rol van de overheid
Om hiertoe te komen ligt er naast een rol bij de industrie ook een belangrijke regierol bij de overheid. Zij kan namelijk de ontwikkeling van vraag en aanbod beïnvloeden. De overheid is bepalend voor het tempo en de grootte van duurzame opwek en daarmee het aanbod. Maar de overheid stuurt ook de vraag van energie met doelstellingen, het beprijzen van CO2 en normeringen. Voor de aanbodkant zijn er met grote zorgvuldigheid en urgentie routekaarten ontwikkeld, deze hebben we ook nodig voor de vraagkant. Concrete hoeveelheden per locatie per jaar (zoals wind op zee). Dit in samenhang met ondersteunend beleid, zodat vraag en aanbod gelijktijdig worden ontwikkeld. Dit geeft afnemers zekerheid dat er goedkope, lokale en duurzame energie is, zodat ze kunnen investeren in verduurzaming van hun locaties. En het geeft opwekkers zekerheid dat er vraag is. Beide kunnen op deze wijze investeringsbeslissingen met minder risico maken.
Vraag en aanbod in evenwicht
Op dit moment sluit de vraag – oftewel de groei van elektrificatie – onvoldoende aan bij het aanbod – oftewel duurzame opwek. Met het planmatig elektrificeren van de industrie zorgen we voor meer inzicht en stabiliteit. Het is dus belangrijk dat het tempo van de elektrificatie van de industrie hand in hand gaat met de opwekking van duurzame energie. Ontwikkelaars in de windsector moeten redelijk zeker weten dat windenergie ook gebruikt én afgenomen gaat worden.
Een routekaart, zoals ook gehanteerd bij de uitrol van het aanbod, kan volgens NWEA helpen om te komen tot een concreet pad om de industrie te helpen verduurzamen. De windsector kan dan de energie leveren op het moment dat deze nodig is. Zonder vraag immers geen aanbod en zonder aanbod geen klimaatwinst.