De vorige windveiling in Groot-Brittanie mislukte volledig. Geen enkele ontwikkelaar van offshore windenergie bracht een bod uit, omdat de prijzen te laag waren vastgesteld en er geen rekening werd gehouden met de gevolgen van inflatie. De Britse regering heeft deze mislukte veiling geevalueerd en verhoogt nu de maximale prijs die offshore windprojecten – en andere duurzame energieprojecten – kunnen ontvangen in de volgende Contract for Difference (CfD)-veiling.
De maximale uitoefenprijs voor offshore windprojecten is verhoogd met 66 procent, van £44 ($54,5)/MWh naar £73/MWh, en met 52% voor drijvende offshore windprojecten, van £116/MWh naar £176/MWh. De Britse overheid verwacht dat dit besluit ervoor zal zorgen dat projecten economisch levensvatbaar zijn om te concurreren.
Jan Vos, voorzitter NWEA: Het is goed om te zien dat de Britse overheid lessen heeft getrokken uit de vorige veiling. Goed voorbeeld doet goed volgen en ik hoop dat Nederlandse politici en beleidsmakers meekijken. Dit voorbeeld laat namelijk ook zien dat goedkoop in dit geval duurkoop is. De Britse belastingbetaler was beter af geweest als meteen de juiste keuzes gemaakt waren.”
In deze zesde toewijzingsronde zal offshore windenergie een aparte financieringspot krijgen. Dit zal zorgen voor een gezonde concurrentie, waardoor Groot-Brittanie zijn ambitie van maximaal 50GW aan offshore windenergie in 2030 kan waarmaken, inclusief maximaal 5GW drijvende offshore windenergie.