Vandaag is bekend gemaakt dat Jan Vos vanaf 1 augustus de nieuwe onafhankelijke voorzitter van NWEA wordt. Vooruitlopend op zijn start alvast deze column met een eerste reflectie op de sector en de ontwikkelingen die spelen.

De meest grootschalige, efficiënte en in de tijd snel realiseerbare manier om groene elektriciteit in Nederland op te wekken is met meer windenergie. De windsector roept het kabinet en de Tweede Kamer op om zo snel mogelijk na de zomer met een vergaande spoedwet ‘Wind in Nederland’ te komen.

De energiecrisis, die is ontstaan door de oorlog in Oekraïne en de aardbevingen in Groningen, wordt op de langere termijn heel goed aangepakt met de bestaande Nederlandse kabinetsplannen. Zo willen we het gasgebruik snel en permanent verlagen en moet in 2030 ruim 60% van onze elektriciteit met behulp van windparken op worden gewekt. Op zee is de bouw van nieuwe windparken in volle gang en hebben we samen met Duitsland, België en Denemarken het plan om in totaal 150 Gigawatt aan windenergie op te gaan wekken. Dat is zesmaal het huidige elektriciteitsverbruik van Nederland.

Maar om de actuele situatie het hoofd te bieden is er meer nodig. We moeten werken aan oplossingen die sneller resultaat opleveren. Wat we doen is niet genoeg voor de korte termijn. Nederland wil van het Russisch gas af en we willen ook minder CO2 uitstoten. Deze week moest het kabinet helaas toch meer kolenenergie toestaan dan gepland en we moeten dan ook nog voorkomen dat deze winter de kraan in het Groningenveld weer open moet.

Het kabinet heeft aangekondigd op Prinsjesdag met nieuwe plannen te komen om onze energievoorziening veilig te stellen en ons klimaat niet verder te belasten. Dat juicht NWEA toe. Wij leveren graag onze bijdrage en kunnen al volgend jaar met meer windenergie daar waar het kan elektriciteit opwekken die gelijk is aan drie kolencentrales. Op zee zijn de plannen uitstekend, maar de snelheid waarmee wordt gewerkt moet omhoog. Ook de netwerkbeheerders moeten sneller kunnen inspelen op de actualiteit en daarvoor de middelen krijgen.

Er is begrijpelijk regelmatig weerstand tegen windturbines geweest, zeker als ze in de buurt van je woning of middenin een natuurgebied worden geplaatst. Op zee werkt dit anders, waar we in het Noordzeeoverleg continu alle belangen afwegen. En als bij het ontwerpen van nieuwe parken de wensen van natuur- en milieuorganisaties en de visserij worden meegenomen, kan het zelfs natuurversterkend zijn. Premier Rutte beaamde dit ook onlangs bij de Esbjerg-conferentie in Denemarken.

Met een spoedwet ‘Wind in Nederland’ moet het kabinet vergaande aanwijzingsbevoegdheden krijgen om bestaande achterstanden in te lopen en nieuwe plannen te realiseren. Zo moet het aanbesteden van windprojecten op zee parallel gaan lopen. We hebben geen tijd meer om dat park voor park te doen. Op land is ook het kabinet aan zet om gemeenten en provincies te helpen. Een aanwijzingsbevoegdheid van het Rijk moet vastgelopen of zwaar vertraagde projecten op land weer in beweging krijgen. Voor waterstof is internationale samenwerking essentieel. We kunnen elders lokaal elektriciteit opwekken en dan meteen die elektriciteit omzetten in waterstof. Alleen zo kunnen we de nieuwe geopolitieke realiteit het hoofd bieden.

Vanaf 1 augustus ben ik onafhankelijk voorzitter van NWEA. Vanaf dat moment ontmoet ik u graag.

Jan Vos